Tijdens ons bezoek zien we meteen: dit is geen doorsnee atelier. Milans studio bestaat uit twee totaal verschillende ruimtes, die samen zijn artistieke wereld vormen. Aan de ene kant is er de gallery lounge, een warme, open plek. Hier nodigt hij regelmatig gasten uit om samen te eten, te genieten van goede wijn en zijn werk te beleven op een manier die bijna theatraal voelt. “Kunst moet je voelen, proeven en beleven,” zegt hij met een brede glimlach terwijl hij een fles wijn opent.
Big Brother meets podcast
De andere ruimte is het tegenovergestelde van de lounge. Het punkatelier is ruig en intens en vormt de creatieve plek waar de schilderijen ontstaan. In deze industriële ruimte werkt Milan onder het oog van een compleet opgezette livestreamstudio met vijf vaste camerastandpunten. Terwijl hij schildert, loopt er een soort ‘Big Brother meets podcast’-sessie, waarbij iedereen kan meekijken hoe zijn kunstwerk groeit, schuurt en tot leven komt. “Ik geloof in radicale openheid. Kunst is geen geheim proces, het is een gesprek.”
En dat gesprek begint meestal met kleur. Het werk van Milan is een explosie van energie, symboliek en textuur. Hij combineert hedendaagse beeldtaal met invloeden uit inheemse culturen van over de hele wereld. Denk aan tribale patronen uit het Amazonegebied, Aboriginal dot-painting en West-Afrikaanse tekens. Elk doek is een visuele reis, opgebouwd met Amsterdam All Acrylics verf, waarmee hij samenwerkt. “Ik gebruik geen kwasten, alleen palletmessen. Een mes is direct, ruw en eerlijk. Net als het leven.”
Nooit bang om ‘verkeerd’ te doen
“Ik zie mijn werk ook niet als eindproduct,” zegt Milan, “maar als een momentopname van mijn binnenwereld.” Zijn tafel is bezaaid met sporen van vorige ‘sessies’: uitgeharde verfklodders, doeken in wording en hier en daar een spuitbus voor de finishing touch. In alles voel je: dit is geen netjes afgemeten kunstpraktijk, dit is een vrijplaats.
Zijn onconventionele aanpak blijft niet onopgemerkt. Zo werkte hij samen met Elephant Parade, het internationale kunstproject dat zich inzet voor de bescherming van Aziatische olifanten. Milan beschilderde een levensgroot olifantenbeeld in zijn kenmerkende stijl. Ondanks zijn groeiende bekendheid blijft Sipistoo trouw aan zijn roots als autodidact. “Geen kunstacademie en ook nu geen regels. Alleen een niet te stillen drang om te maken. Ik ben gelukkig nooit bang geweest om het ‘verkeerd’ te doen. Dat is misschien wel mijn grootste kracht.”
Verdwalen, voelen, op adem komen
Terwijl we met hem praten, valt het zonlicht door de open ramen van de lounge. Buiten razen trams voorbij, binnen klinkt muziek van de Nigeriaanse Fela Kuti. Milan schenkt rode wijn in onze glazen, leunt achterover en kijkt naar een vers werk dat nog op de ezel staat. “Weet je,” zegt hij, “soms komt het allemaal samen. De straat, de muziek, het ritme van het mes over het doek. En dan… dan gebeurt het.” Die magie, het moment waarop alles klopt, is voelbaar in zijn werk. Milan Sipistoo is geen kunstenaar van concepten of regels, hij is een maker van werelden waarin je mag verdwalen, voelen en weer op adem kunt komen.