Afrika geeft je een enorm gevoel van vrijheid. De ruige, uitgestrekte landschappen, de wilde dieren die je soms achter elkaar voorbij ziet lopen: puurder dan dit wordt het leven niet. Ook denk ik graag terug aan de avonden bij het kampvuur, waar de verhalen steeds mooier werden en de blikjes bier steeds leger. En dan is er nog die typische Afrika-geur. Aarde, broeierige warmte, zweet, bloemen, eten. Achteraf gezien begrijp ik pas waarom ik bij aankomst in Kaapstad iemand met opengesperde neusgaten blij naar buiten zag rennen. ‘Ik ben omdat wij zijn’ is een Ubuntugedachte, die zo mooi is dat hij je nederig stemt. En als je jezelf omgeven ziet door de roodgloeiende duinen van de Sossusvlei in Namibië is nederigheid ook het gevoel dat de boventoon voert. Het is er zo onwerkelijk mooi, dat ik met liefde zou veranderen in een zandvlo om mijn dagen daar te slijten. Maar tot dat gebeurt, doe ik wat de meeste mensen doen: sparen voor een volgende reis naar dit magische continent.
Van Kaapstad naar de Victoria-watervallen
Na aankomst in Kaapstad heb je de middag of namiddag – afhankelijk van het vluchtschema – tot je beschikking om Kaapstad te verkennen. In de stad vind je tal van historische plaatsen. De Grand Parade, het exercitieveld van de Hollanders in de zeventiende eeuw, is tegenwoordig een gezellig plein met marktkraampjes waar hapjes uit de Kaaps-Maleise keuken aangeboden worden. Het is ook de plek van de grote anti-apartheidsdemonstraties en de Na aankomst in Kaapstad heb je de middag of namiddag – afhankelijk van het vluchtschema – tot je beschikking om Kaapstad te verkennen. In de stad vind je tal van historische plaatsen. De Grand Parade, het exercitieveld van de Hollanders in de zeventiende eeuw, is tegenwoordig een gezellig plein met marktkraampjes waar hapjes uit de Kaaps-Maleise keuken aangeboden worden. Het is ook de plek van de grote anti-apartheidsdemonstraties en de plaats waar Mandela na zijn vrijlating de menigte toesprak. Vlakbij liggen de Compagnie Tuinen en Kasteel de Goede Hoop, overblijfselen uit de Nederlandse periode.
In de haven vind je een keur aan restaurantjes, jazzcafés en andere uitgaansgelegenheden, merendeels gevestigd in de kleurige, gerestaureerde Victoriaanse huizen. Vanuit de oude haven, die de naam Victoria & Alfred Waterfront draagt, vaart de boot naar het Robbeneiland, waar Mandela lang gevangen zat.
De beroemde Tafelberg en minder bekende Duivelspiek en Leeuwenkop bepalen duidelijk het aanzicht van Kaapstad. Vanaf ieder punt zijn de immens steil oprijzende bergwanden van de Tafelberg te zien. Vaak ligt er een dunne deken van mist of wolken als tafelkleed over de berg. Sportievelingen kunnen onder het genot van prachtige vergezichten naar boven wandelen. Wil je het rustiger aandoen, dan staat er een kabelbaan tot je beschikking.
Kaaps schiereiland, Cederberg
De volgende dag verlaten we Kaapstad en rijden we over het Kaaps schiereiland naar Kaap de Goede Hoop. Onderweg doen we enkele schilderachtige plaatsjes aan, zoals Houtbaai en Simon’s Town. Het nabijgelegen plaatsje Boulder’s Beach staat bekend om de aanwezigheid van een kolonie pinguïns. Kaap de Goede Hoop zelf is een natuurreservaat met vele dieren en een begroeiing die typerend is voor deze streek, het zogenaamde ‘fynbos’. Op de meest zuidwestelijke punt van Afrika zie je in het westen de Indische Oceaan en oostelijk de Atlantische. Neem je verrekijker mee! In sommige periodes van het jaar kun je hier namelijk walvissen voor de kust zien. We brengen de nacht door op een camping in het plaatsje Simon’s Town.
Vroeg in de volgende ochtend reizen we verder naar het noorden, naar Cederberg. Dit gebied geniet landelijke faam als een uitzonderlijk mooi wandelgebied en wordt nog niet overmatig bezocht. De regio is met name bekend om zijn wilde bloemen en bijzondere rotsformaties. Deelname aan een wijnproeverij behoort tot de mogelijkheden.
Oranjerivier, Fish River Canyon
Op weg naar Oranjerivier wordt het landschap leger en leger naarmate we verder Namaqualand doordringen. Onderweg passeren we kleine ingeslapen stadjes. Het landschap wordt weer wat groener als we in de buurt komen van de brede Oranjerivier, die de grens vormt tussen Zuid-Afrika en Namibië. De oevers worden benut voor de verbouw van allerlei gewassen, waaronder katoen. In de loop van de middag bereiken we de Oranjerivier, waar we kamperen aan de oevers van de rivier. Hier heb je de gelegenheid om de omgeving te verkennen of even te ontspannen. Liefhebbers kunnen er een kano huren om de rivier af te zakken.
We staan vroeg op om naar de grens met Namibië, aan de overkant van de rivier, te rijden. Ons reisdoel van deze dag is de op een na grootste canyon ter wereld: de Fish River Canyon. De Fishrivier heeft hier gedurende duizenden jaren een indrukwekkende 27 kilometer brede kloof uitgesleten. De canyon zelf is honderdzestig kilometer lang. In het gelijknamige nationale park kamperen we op een schaduwrijke plek ten noorden van de canyon, van waar uit we de omgeving verkennen. Als je goed oplet, zie je hier al het eerste schaarse wild. Afdalen in de kloof is helaas niet meer toegestaan.
Sossusvlei
Hoe verder we naar het noorden rijden, hoe desolater het wordt. Ook de goede asfaltwegen laten we vandaag achter ons. Einddoel van onze inspannende en stoffige tocht is een camp site nabij het plaatsje Sesriem. ’s Middags bestaat de mogelijkheid om een wandeling te maken naar de Sesriem Canyon. Deze canyon ligt niet ver, ongeveer op vier kilometer, van onze camp site. Hij is ontstaan, doordat de Tsauchab-rivier in de loop van duizenden jaren een dertig meter diepe en één kilometer lange kloof in de rots heeft uitgesleten. In de wintermaanden staat er geen water in de canyon, zodat je veilig in de kloof kunt afdalen. In andere tijden van het jaar tref je hier een klein stroompje of een poel aan.
De volgende ochtend rijden we bij zonsopgang richting de in de omgeving liggende indrukwekkende Sossusvlei, een grote duinpan aan de rand van het Namib-Naukluftpark. Deze pan wordt omringd door ’s werelds hoogste zandduinen. Het uitzicht op deze zandzee is met name ’s avonds en ’s morgens vroeg overweldigend. Het lijkt wel of de zee in het rode licht gloeit. Het kost veel inspanning om de tweehonderd meter hoge duinen te beklimmen, maar het uitzicht op het onwezenlijke maanlandschap loont de moeite. Je hebt de gelegenheid om in de bizarre omgeving van Sossusvlei een wandeling te maken en te ontdekken hoe taaie plantjes dapper weerstand bieden aan de zware omstandigheden van de woestijn. We overnachten bij een camp site nabij Solitaire.
Swakopmund
Door de ruige natuur van het Namib Naukluftpark rijden we naar het aan de kust gelegen Swakopmund. Hoewel deze plaats door de blanke inwoners van Namibië beschouwd wordt als een badplaats, is het zeewater hier meestal ijzig koud. Wandelend over de brede Arnold Shad Promenade heb je meer kans om zeeleeuwen in zee te zien dan zwemmers.
Swakopmund is een bizar overblijfsel uit de Duitse koloniale periode. Duitse straatnamen, Duitse bierstuben en vooral veel inwoners van Duitse afkomst geven aan deze plaats een speciale sfeer. We overnachten hier in een eenvoudige backpackers lodge. In het centrum zijn enkele koloniale gebouwen te bewonderen, waarvan het voormalig treinstation zeker een aanrader is. ’s Avonds kun je in enkele restaurants niet alleen goed wild eten, ook de ‘bratwurst’ ontbreekt niet op de kaart.
Cape Cross, Brandberg en Twyfelfontein
Een kaarsrechte weg voert ons de volgende dag Swakopmund uit. Even ten noorden van de stad wordt zout gewonnen en tot daar komen we nog wat verkeer tegen. Dan hebben we de bewoonde wereld achter ons gelaten en rijden we langs een van de onbarmhartigste kusten van Afrika: de Skeleton Coast. Deze veertig kilometer brede kuststrook vormt een buffer tussen de zee en het achtergelegen Kaokoland en de Damara. Het landschap is hier volkomen leeg en de enige oriëntatiepunten zijn de afstandspalen, waarop het aantal ‘miles’ vanaf Swakopmund staat. In deze kuststrook liggen gravel- en zandvlakten waar per jaar niet meer dan drie centimeter regen valt. We stoppen bij Cape Cross, de plek waar de Portugese zeevaarder Diego Cáo als eerste Europeaan voet aan de Namibische kust zette. We nemen een kijkje bij het kruis dat hij hier oprichtte ter ere van de Portugese koning João I. Naast een historisch belangrijke plaats geniet Cape Cross bekendheid vanwege zijn grote kolonie zeerobben.
In de omgeving van Twyfelfontijn zijn meer dan tweeduizend rotsgravures van de Bosjesmannen gevonden. Onder leiding van een lokale gids kunnen we hier een korte wandeling naartoe maken. Afbeeldingen van giraffen, olifanten en ander wild zijn de stille getuigen van de periode dat deze streek vruchtbaarder was dan vandaag de dag.
Als er nog tijd over is, kunnen we bij enkele geologische curiositeiten zoals de ‘verbrande berg’ en de ‘orgelpijpen’ kijken. Bij de orgelpijpen tref je door erosie gevormde zuilen aan in honderdvijftig miljoen jaar oud vulkanisch gesteente. ’s Avonds kamperen we aan een droge rivierbedding. Met enig geluk vang je in deze omgeving een glimp op van de bijzondere woestijnolifanten. De volgende dag rijden we verder naar het beroemde Etosha Nationaal Park.
Etosha Nationaal Park
Etosha is ongetwijfeld een van de beste wildparken in zuidelijk Afrika. Gedurende twee dagen nemen we hier de tijd om – met onze eigen truck – game drives (wildspeurtochten) te houden vanuit goed uitgeruste campings. De naam Etosha betekent letterlijk ‘grote witte plek’ van droog water. Deze naam verwijst naar de uitgestrekte, oogverblindende zoutpan die een groot deel van het park beslaat. Slechts enkele dagen per jaar vind je hier een klein laagje water, waar flamingo’s en andere watervogels op afkomen. Het meeste grove wild houdt zich echter op in de aangrenzende graslanden en mopane-bosjes. Hier zullen we dan ook de kuddes zebra’s en gnoes aantreffen. Meer inspanning vergt het opsporen van de zeldzame zwarte neushoorn en de zwartkop-impala. Bij Okaukuejo kun je ook plaatsnemen bij een drinkwaterplaats, die ’s nachts verlicht is. Van verre zie je hier kuddes olifanten aankomen om hun dorst te lessen.
Bangani
Van Etosha rijden we via Grootfontein richting Bangani of Rundu. Verder noordwaarts laten we de droge woestijn achter ons en bereiken we de vruchtbare Caprivi-regio. Onderweg passeren we verschillende Owambo-dorpjes. In de buurt van Bangani zullen we voor het eerst de Okavango-rivier zien. Het plaatsje zelf is niet groot; de uitgestrekte buitenwijken worden vooral bewoond door Angolezen die gevlucht zijn voor de oorlog in hun land. Ergens aan de rustige oevers van de Okavango slaan we onze tenten op. In de middag kun je een boottocht maken op de rivier. Een game drive in het Mahango National Park behoort ook tot de mogelijkheden. Het is hier overigens de plek om mooi houtsnijwerk of leuke gebruiksvoorwerpen te kopen van de San: de Bosjesmannen. De volgende ochtend gaan we op weg naar Botswana.
Okavangodelta
Maun/Gweta vormt de uitvalsbasis voor ons bezoek aan de Okavangodelta. Maun zelf is een snel groeiende stad waar aan de doorgaande weg in rap tempo benzinestations, banken en forexbureau’s worden gebouwd. Wij doen hier in een supermarkt inkopen voor ons verblijf in de delta. De Okavangodelta is het restant van de Okavango-rivier die haar weg naar zee belemmerd zag en door de hitte van de Kalahari-woestijn werd opgeslokt. Op die plek ontstond een uniek natuurgebied, dat we verkennen met kano’s van uitgeholde boomstammen. Deze zogenaamde mokoro’s verschaffen ons een uitstekende toegang tot het doolhof van waterwegen. Je hoeft niet zelf te bomen, dat doen lokaal ingehuurde vissers. Behendig loodsen zij je door de met lelies en papyrus begroeide stroompjes en wijzen zij naar de vele nijlpaarden.
Onderweg leggen we aan bij eilandjes om op zoek te gaan naar wild, zoals olifanten en buffels en de schuwe rode lechwe. De Okavango is bovendien een waar vogelparadijs en je hoort zeker de indringende roep van de vele visarenden. ’s Avonds gaan we wildkamperen op een van de vele eilandjes, waar we genieten van de mooie zonsondergang.
Na terugkeer in Maun kun je hier ’s middags nog een kijkje nemen, of deelnemen aan een rondvlucht boven de delta. Indien je reis start in Kaapstad, rijden we daarna in enkele uren naar een camp site in de buurt van het plaatsje Gweta. Hier kun je kennismaken met een ruraal dorp in Botswana, waar het moderne leven van alle dag hand in hand gaat met eeuwenoude Afrikaanse tradities. Start je je reis bij de Victoria-watervallen, dan overnacht je op een kampeerterrein in Maun.
Chobe Nationaal Park, Victoria-watervallen
Over een kaarsrechte asfaltweg rijden we naar het kruispunt bij Nata, van waaruit we afslaan en noordwaarts rijden naar het Chobe Nationaal Park. Dit park is vooral bekend van beroemde natuurfilms, die hier gemaakt werden in opdracht van de National Geographic Society. Met name de film Eternal Enemies, die verhaalt over de eeuwige strijd tussen leeuwen en hyena’s, geniet internationale faam.
Het park kent een enorme verscheidenheid aan wild en is vooral bekend om zijn enorme olifantenpopulatie. Met name in het najaar en in de winter houden veel olifanten zich op in de buurt van de Chobe-rivier. In het Chobe Nationaal Park maken we een mooie boottocht op de rivier. Die biedt je de gelegenheid om het wild, dat aan de oevers komt, te observeren en te fotograferen. Olifanten, neushoorns, krokodillen en verschillende vogels zijn hier te spotten. In een uurtje rijden we vanuit Chobe Nationaal Park naar het grensplaatsje Kazungula. Hier steken we met de ferry de Zambezi over en rijden het buurland Zimbabwe binnen. In dit grensgebied wemelt het van de olifanten getuige de vele bruine vlekken op de weg. De opstijgende fijne nevel van de indrukwekkende Victoria-watervallen kunnen we vanuit onze verblijfplaats aan de Zambezi al van ver waarnemen. We overnachten hier in tenten waarin bedden zijn geplaatst.
’s Middags ben je in de gelegenheid om letterlijk in de voetsporen van David Livingstone te treden door een kijkje te nemen bij deze grootste watervallen van het Afrikaanse continent. Het lawaai van het vallende water is oorverdovend. Niet voor niets staat de waterval lokaal bekend als Mosi-oa Tunya, ‘de rook die dondert’. Wanneer je je letterlijk wilt onderdompelen in de Zambezi kun je hier een raft trip maken of – als je dat te wild vindt – een tocht per kano. Om een goed beeld van de watervallen te krijgen, kun je hier ook een rondvlucht maken: de ‘Flight of the Angels’. Als je zelf wilt vliegen, kan dat ook. Probeer dat eens tijdens ’s werelds op een na hoogste bungeejump van de Zambezibrug! Vanaf de luchthaven stappen we op de vlucht naar Johannesburg, vanuit waar we terugvliegen naar Amsterdam.