Vulkanen
Wie een bezoek brengt aan Midden-Amerika kan en wíl er niet omheen: dit is het territorium van (al dan niet) vuurspuwende vulkanen. Nicaragua telt er 40, buurland El Salvador heeft er ruim 20. El Salvador, het kleinste – slechts half zo groot als Nederland – en dichtstbevolkte land in Centraal-Amerika, draagt zelfs als bijnaam ‘Land van de Vulkanen’.
Cerro Verde (El Salvador)
Een hoogtepunt van de vulkanenroute in El Salvador is het Cerro Verde Nationaal Park, een enorm natuurreservaat met 3 vulkanen: de Santa Ana, Cerro Verde en Izalco. De Santa Ana is met 2380 meter de hoogste vulkaan van het land en naar boven klimmen is de moeite waard: je wordt getrakteerd op een waanzinnig uitzicht op het turquoise kratermeer. De klim duurt in totaal 4 uur en is prima te doen, ook als je niet de fitste bent. De Izalco, ook bekend als de ‘Vuurtoren van de Stille Oceaan’, had vroeger bijna voortdurend uitbarstingen, waardoor deze heetgebakerde vuurspuwer diende als een gids voor schippers op zee. Je kunt ook slapen in het natuurpark, bijvoorbeeld bij Casa 1800 Cerro Verde of hotel Campo Bello. Wanneer je ’s ochtends je gordijnen opendoet, kijk je pal tegen een van de vulkaanreuzen aan. Rest je alleen nog een kopje koffie te zetten, plaats te nemen op je terras, en verder? Helemaal niks doen.
Cerro Negro (Nicaragua)
Behoefte aan een adrenalinekick? Dan bezoek je de Cerro Negro in Nicaragua. Een actieve vulkaan – hoewel-ie in 1999 voor het laatst tot uitbarsting kwam – dus vanbinnen kokend heet. We voelen er het zand onder onze voeten branden alsof we op een zonovergoten strand staan. Je wandelt op deze 800 meter hoge vulkaan tot je bij zijn krater uitkomt. Eenmaal boven tuur je over het wilde, woeste en veelkleurige vulkaanlandschap van Nicaragua. Het kost je anderhalf uur om bij de top te komen, maar de tocht naar beneden duurt slechts vijf minuten. Hoe dan? Tja, dat is niet voor de faint-hearted. We krijgen eerst een grote overall aan gehesen, vervolgens dikke handschoenen en een grote duikbril aangereikt. Daarna een houten bord met een touw met handvat eraan vast. Juist, vanaf deze vulkaan ga je al sandboardend terug naar beneden. Niet een klein stukje, nee, 400 meter non- stop steil bergafwaarts van een gitzwarte gloeiende berg. Hoe hard je gaat, heb je gelukkig zelf (redelijk) in de hand, aldus de gids: “Als je je hakken in het zand houdt, ga je zo’n 20 à 30 km/u. Als je je voeten plat op de grond houdt en je je lichaam achterover laat hangen, kun je tot wel 70 km/u gaan.” Oké, let’s go! Met onze gekke pakken en brillen zien we eruit als een groep aliens. En zo roetsjen we naar beneden, alsof we in een achtbaan zitten die we zelf besturen. Het is alweer voorbij voor we er erg in hebben, maar te gek is het. Wat een bijzonder avontuur!
Koffie
Wat je zeker niet mag missen als je in Midden-Amerika bent, is een bezoek aan een koffieregio. Vulkanische aarde is uitermate vruchtbaar, waardoor zowel El Salvador als Nicaragua een rijke koffiecultuur heeft ontwikkeld. In El Salvador biedt de Ruta de las Flores een schilderachtige route van ongeveer 36 km, een reis langs kleurrijke dorpjes zoals Juayúa, Apaneca en Ataco. Elk dorp heeft zijn eigen charme, maar allemaal zijn ze verweven met de koffieplantages en trots op hun koffie-erfgoed. In Nicaragua bezoek je Jinotega, een van de belangrijkste koffieproducerende gebieden van het land, om koffieboerderijen en -plantages te verkennen en uiteraard deel te nemen aan proeverijen.
Cultuur &… Haaien (Nicaragua)
De koloniale architectuur is in beide landen een ander hoogtepunt. In Nicaragua bezoek je León, ooit de hoofdstad van het land, dat beroemd is vanwege de grootste kathedraal van Centraal-Amerika. Je mag hier, mits je je schoenen uitdoet, over het prachtige witte koepeldak wandelen. Granada, gelegen aan de oevers van het enorme Meer van Nicaragua, is een van de best bewaarde koloniale steden in het land. De stad staat bekend om zijn kleurrijke architectuur (zie de knalgele kathedraal) en de bruisende Calle La Calzada. Je kunt ook een boottocht maken naar de Isletas, een groep van 365 eilandjes in het meer, waarbij je allerlei kleurrijke vogels en apen kunt spotten en zelfs… haaien! Haaien in zoet water? Jazeker, dit is het terrein van de zogeheten bull sharks; bijzondere haaien die van zout naar zoet water kunnen migreren en daardoor voorkomen in zowel zoutwatergebieden als in sommige zoetwatermeren en rivieren. Deze knappe stierhaaien gebruiken in dit geval de San Juan-rivier om van de Caribische Zee naar het Meer van Nicaragua te zwemmen, waar ze het dus ook prima naar hun zin hebben.
Mayacultuur (El Salvador)
Absoluut de moeite waard om te verkennen: El Salvador was ooit het thuis van de Mayabeschaving. De overblijfselen van deze tijd kun je terugvinden in de archeologische ruïnes van Joya de Cerén – ook wel het ‘Pompeï van Amerika’ genoemd – en Tazumal. Een fascinerende duik in de rijke geschiedenis.
Surfwalhalla’s & Bitcoin
Zowel Nicaragua als El Salvador staan bekend om hun fijne kustlijn, met hoge golven en gitzwarte zandstranden. De Pacifische kust van beide landen is een waar surferswalhalla. In Nicaragua zijn de bekendste surfspots San Juan del Sur, Playa Maderas en Popoyo. El Salvador is niet alleen populair onder hobbysurfers, maar ook het toneel voor professionele surfwedstrijden, waaronder die van de World Surf League. Places to be voor surfers en fans van de laidback surfervibe: El Zonte, El Tunco en Punta Roca, met een van de beste ‘point breaks’ ter wereld. De meest bijzondere plek uit dit rijtje is El Zonte. Hoewel dit maar een heel klein stranddorpje is, is deze plaats uniek in de wereld. El Zonte wordt namelijk ook wel ‘Bitcoin Beach’ genoemd; dit is de eerste – en tot nu toe enige – plaats waar je overal met bitcoins kunt betalen. Het was een experimentele locatie om de cryptomunt als betaalmiddel te testen, en na het succes in El Zonte heeft de president van het land de bitcoin uitgeroepen tot nationale valuta, naast de Amerikaanse dollar. Dus niet alleen een hotspot voor surflovers, maar ook voor cryptokings!